Beleid maken rond sociale veiligheid kan voor kleine instellingen een grote klus zijn. Wij willen u hierbij ondersteunen met de zogenaamde ‘Veiligheidschecklist’ [2]. U kunt deze gebruiken om uw veiligheidsbeleid te toetsen en zo nodig te verbeteren.
Stichting M.C. van Beek hecht groot belang aan sociale veiligheid. Sociale veiligheid gaat over het bevorderen van sociaal gedrag door bijvoorbeeld gedragsregels binnen een organisatie en het tegengaan van grensoverschrijdend en ongewenst gedrag. Grensoverschrijdend gedrag is een breed begrip, het kan gaan om mishandeling of seksueel misbruik, maar ook om verwaarlozing, pesten of discriminatie (Janssen, 2012) [3].
De Stichting M.C. van Beek steunt bij voorkeur kleinschalige initiatieven. De kracht van kleinschaligheid is de nabijheid. Hoe die eigenheid te bewaren en te zorgen voor veiligheid voor een ieder? Dit vraagt om een klimaat dat getuigt van gelijkwaardigheid en respect, waarin gevoelens van onveiligheid tijdig worden gesignaleerd en aangepakt. Helaas lopen kwetsbare mensen meer risico op grensoverschrijdend gedrag. Extra reden om als organisatie een visie op veiligheid te hebben, vertaald in heldere richtlijnen voor het handelen van een ieder. Daarnaast vraagt wet- en regelgeving om een duidelijke aanpak. Denk aan de Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling, de Jeugdwet, de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) en de eisen die de Wmo stelt. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en gemeentelijke toezichthouders houden toezicht op kwaliteit en veiligheid.
Beleid maken rond sociale veiligheid kan voor kleine instellingen een grote klus zijn. Ter ondersteuning hebben we daarom een ‘Veiligheidschecklist’ ontwikkeld met tien maatregelen. U kunt deze gebruiken om uw veiligheidsbeleid te toetsen en zo nodig te verbeteren. Als u een donatie aanvraagt, dient u de checklist in te vullen.
We verwachten niet dat aanvragers alle genoemde maatregelen in huis hebben. We hechten echter veel waarde aan bejegenings- en preventiebeleid. Daarom is een gedragscode en het opvragen van een VOG minimaal vereist. De checklist kan verder gezien worden als een groeimodel, waarin instellingen aan steeds meer punten kunnen gaan voldoen. Ter ondersteuning hiervan biedt de stichting M.C. van Beek de instelling (voor maximaal twee deelnemers per organisatie) vergoeding van de kosten aan voor deelname aan de training ‘In Veilige Handen’.
Hieronder vind u het achterliggende document. Bij de punten van de checklist staat telkens een korte toelichting en links naar nuttige documenten of websites. Ook is een overzicht met relevante werkwijzen en handreikingen opgenomen om het zoeken naar meer informatie te vergemakkelijken. Aan het eind staat een stroomschema dat bij de verschillende vormen van grensoverschrijdend gedrag duidelijk maakt welke stappen nodig zijn en welke wetten daarbij gelden.
Het is onvermijdelijk dat deze tekst vaktermen bevat en qua terminologie mogelijk niet helemaal past bij uw organisatie. Zo hebben we het over bewoners, u kunt hier ook cliënten lezen. Met medewerkers doelen wij op betaalde en onbetaalde medewerkers, tenzij anders vermeld.
[1] Dit document is een coproductie van de Stichting M.C. van Beek, Movisie en Marijke Lammers Bejegeningsvraagstukken.
[2] Natuurlijk zijn er ook andere aspecten van veiligheid zoals Arbo-, voedsel-, medicatie- en brandveiligheid. Daarvoor verwijzen we naar de checklist veiligheid kleinschalige woonvormen.
[3] Zie p. 10 Toolkit werken aan sociale veiligheid. Voor overige definities verwijzen wij naar het Whitepaper Seksuele grensoverschrijding
We hebben een podcast gemaakt. Deze gaat over de rol van het fonds van de Stchting MC van Beek ten aanzien van de sociale veiligheid.
BELUISTER DE PODCASTFormuleer een visie rond gewenst gedrag en leg een gedragscode en omgangsregels vast
In het bejegeningsbeleid formuleert de organisatie zijn mens- en zorgvisie en de gewenste omgang. Klik hier voor een voorbeeld van een visie op veiligheid. Onderdeel hiervan is ook de omgang met relaties en seksualiteit.
Een gedragscode biedt duidelijkheid over gewenst en ongewenst gedrag in de relatie medewerker-bewoner. De code wordt bij alle arbeids-, stage- en vrijwilligersovereenkomsten gevoegd. Het is van groot belang dat de code gaat leven in de organisatie en dat hij bij iedereen bekend is. Voor een voorbeeld van een gedragscode zie de Toolkit werken aan sociale veiligheid, bijlage 2.
Omgangsregels zijn er voor iedereen; bewoners, medewerkers, maar ook bijv. voor gasten van uw bewoners.
Voorbeeld omgangsregels zie de Toolkit werken aan sociale veiligheid, bijlage 1. U kunt de omgangsregels samen met cliënten/bewoners formuleren. Zie hiervoor het document: ‘Tips: maken en implementeren omgangsregels’. Zorg dat het onderwerp bespreekbaar is en zet bejegening, gedragscode en omgangsregels regelmatig op de agenda. Neem het bijvoorbeeld ook op in medewerkers- en cliënttevredenheidsonderzoek.
Ter illustratie zie onderstaande documenten:
Faciliteer deskundigheidsbevordering
Professionals moeten kennis hebben van signalen en handvatten hebben om gedrag adequaat te beoordelen, bespreekbaar te maken en om gepast te reageren.
Deskundigheidsbevordering is dus nodig op alle onderdelen van het veiligheidsbeleid: bejegenings-, preventie- en reactiebeleid. Het begint met bewustzijn van (on)veiligheid, een ‘niet pluis’ gevoel serieus nemen. Training kan daarbij helpen; kennis van signalen, leren gedrag bespreekbaar te maken en weten welk stappen gezet moeten worden.
Stichting M.C. van Beek en Porticus bieden daarom per instelling (voor maximaal twee medewerkers per organisatie) vergoeding van de kosten aan bij deelname aan de training ‘In Veilige Handen‘. In deze training komen alle onderwerpen van de checklist aan bod. Dit is een basistraining, waardoor verdieping op specifieke onderwerpen nodig kan zijn. Bijvoorbeeld over methodisch handelen bij seksueel grensoverschrijdend gedrag (vlaggensysteem.nl).
Inter- en supervisie dragen bij aan een open sfeer die de veiligheid in een instelling ten goede komt. Het is wenselijk dat medewerkers die mogelijkheid krijgen, zodat ze sterk aan het werk kunnen blijven. Besteed aandacht aan het leren omgaan met agressie. Zorg voor goede nazorg na incidenten.
Preventiebeleid is gericht op het opsporen en beïnvloeden van factoren die het risico van grensoverschrijding vergroten en al in het aanstellingsbeleid rekening te houden met de veiligheid.
Neem het juiste personeel aan
Bescherm medewerkers tegen agressie en geweld
Werkgevers zijn verplicht om hun personeel te beschermen tegen psychosociale arbeidsbelasting, waaronder agressie, seksuele intimidatie en discriminatie door zowel eigen personeel als door bewoners en bezoekers.
U kunt maatregelen treffen om dit te voorkomen. Het begint weer met de omgangsregels en deskundigheid.
Breng risico- en beschermende factoren in kaart
Vertrouwenspersoon/Vertrouwenscontactpersoon
De drempel om klachten of vermoedens van grensoverschrijdend gedrag aan te kaarten kan hoog zijn. Een vertrouwenspersoon biedt een laagdrempelige en onafhankelijke mogelijkheid om dilemma’s en vermoedens over grensoverschrijding en seksueel misbruik op een veilige manier te bespreken. Een vertrouwenspersoon kan iemand binnen de instelling zijn, maar het kan ook een externe persoon zijn. Een interne vertrouwenscontactpersoon is een alternatief. Deze is dan het eerste aanspreekpunt bij grensoverschrijdend gedrag en kan zo nodig doorverwijzen naar een vertrouwenspersoon buiten de instelling (zie hieronder). De Jeugdwet verplicht om gebruik te maken van vertrouwenspersonen van het AKJ.
Weet wat te doen als het mis gaat
Ondanks alle zorg en oplettendheid kan er toch sprake zijn van een vermoeden van grensoverschrijdend gedrag. Dan dient er een inschatting gemaakt te worden van de situatie. Is dit een bejegeningsklacht of lijkt er inderdaad sprake te zijn van ernstig grensoverschrijdend gedrag? Dan is het belangrijk te weten hoe de vervolgstappen eruitzien. Hier vindt u het schema; Vermoeden klacht grensoverschrijdend gedrag.
Bij sterke vermoedens van ernstige grensoverschrijding staan hierin de wettelijke stappen op een rij. Het valt of staat met een cultuur in de organisatie waarin gesproken kan worden over twijfels, vermoedens en fouten en waar wordt geleerd van fouten.
Maak gebruik van een meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling
U bent verplicht een meldcode te hebben waaruit duidelijk wordt hoe met signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling wordt omgegaan. Met huiselijk geweld wordt gedoeld op de relatie, niet op de locatie. Het gaat dus om geweld door familieleden van bewoners en geweld tussen bewoners als zij een partnerrelatie met elkaar hebben. Ook mensenhandel (waaronder loverboyproblematiek) is inmiddels expliciet opgenomen in de meldcode. Vermoedens meldt u bij Veilig Thuis, daar kunt u ook terecht voor advies.
Voor meer informatie zie Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling.
Opmerking: bij huiselijk geweld is het de verantwoordelijkheid van de instelling om te signaleren en zo nodig te melden bij Veilig Thuis. Bij grensoverschrijding door een medewerker dient de instelling tevens zelf op te treden jegens de medewerker, naast melding bij de Inspectie. Zie verder het stroomschema.
Zorg voor een klachtencommissie en medezeggenschap
Geef de bewoner een stem en een mogelijkheid klachten te uiten. Informeer bewoners over waar of bij wie zij met eventuele klachten terechtkunnen en op welke wijze deze worden behandeld.
De stichting MC van Beek werkt samen met andere fondsen aan sociale veiligheid. Porticus (een wereldwijd opererend familiefonds) en de stichting MC van Beek zien dit als een maatschappelijke verantwoordelijkheid van fondsen en werken samen op het terrein van agendering en stimulering van sociale veiligheid bij haar doelgroepen. We ervaren dat fondsen een stimulerende functie kunnen vervullen en hiermee hun donaties extra waarde mee kunnen geven. We zetten ons in om dit te verbreden naar andere fondsen onder de koepel van FIN, de branchevereniging van fondsen en foundations.