Sociale veiligheid

Stichting M.C. van Beek hecht groot belang aan sociale veiligheid. Sociale veiligheid gaat over het bevorderen van de veiligheid van bewoners/cliënten door bijvoorbeeld gedragsregels binnen een instelling en het tegengaan van grensoverschrijdend gedrag. Grensoverschrijdend gedrag is een breed begrip, het kan gaan om mishandeling of seksueel misbruik, maar ook om verwaarlozing, pesten of discriminatie.

Sociale veiligheid vraagt om een klimaat dat getuigt van gelijkwaardigheid en respect, waarin gevoelens van onveiligheid tijdig worden gesignaleerd en aangepakt. Helaas lopen kwetsbare mensen meer risico om geconfronteerd te worden met grensoverschrijdend gedrag. Extra reden om als organisatie een sociaal veiligheidsbeleid te hebben: een visie op veiligheid vertaald in heldere richtlijnen voor het handelen van een ieder. De huidige wet- en regelgeving vraagt hier ook om. Denk aan de Wet verplichte meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling, de Jeugdwet, de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) en de eisen die de Wmo stelt. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en gemeentelijke toezichthouders houden toezicht op kwaliteit en veiligheid.

Stichting M.C. van Beek steunt bij voorkeur kleinschalige initiatieven. De kracht van kleinschaligheid is de nabijheid. Hoe die eigenheid te bewaren en te zorgen voor veiligheid voor een ieder? Beleid maken rond sociale veiligheid kan voor kleine instellingen een grote klus zijn. Ter ondersteuning hebben we daarom een hulpmiddel ontwikkeld: de checklist sociale veiligheid. Ook wordt deskundigheidsbevordering aangeboden in de vorm van de training In Veilige Handen van de NOV en advies op maat door de Sesamacademie. Hieronder leest u meer over het ondersteuningsaanbod.

Ondersteuningsaanbod vanuit Stichting M.C. van Beek

We hebben een ‘Veiligheidschecklist’ ontwikkeld met tien maatregelen: download hier de PDF
(De checklist is een coproductie van de Stichting M.C. van Beek, Movisie en Marijke Lammers Bejegeningsvraagstukken.) Aanvragers kunnen deze checklist gebruiken om hun veiligheidsbeleid te toetsen en zo nodig te verbeteren. Het invullen van de checklist is onderdeel van de aanvraagprocedure.

We verwachten niet dat aanvragers álle genoemde maatregelen in huis hebben. We hechten echter veel waarde aan bejegenings- en preventiebeleid. Daarom zijn een gedragscode, het opvragen van een VOG en deskundigheidsbevordering minimaal vereist. De checklist zien we als een groeimodel, waarin instellingen aan steeds meer punten kunnen gaan voldoen. Ter ondersteuning hiervan biedt de stichting M.C. van Beek bij een donatie tevens een vergoeding voor deskundigheidsbevordering en advies op maat aan. Zie onder.
Sociaal veiligheidsbeleid bestaat idealiter uit drie delen, die zijn verdeeld over 10 checkpunten.

a. Zo gaan we hier met elkaar om; Bejegeningsbeleid
b. Risico’s zoveel mogelijk beperken; Preventiebeleid
c. Wat te doen als het onverhoopt misgaat; Reactiebeleid

  1. We hebben een gedragscode over (on)gewenst gedrag in de relatie medewerker-bewoner
  2. We vragen een VOG op bij aanname nieuwe personeel
  3. We hebben omgangsregels voor iedereen
  4. We organiseren deskundigheidsbevordering op het terrein van veiligheidsbeleid
  5. We hebben de risico- en beschermende factoren in kaart gebracht
  6. We hebben (toegang tot) een vertrouwens(contact)persoon
  7. We weten hoe we incidenten intern veilig kunnen afhandelen
  8. We weten welke calamiteiten we moeten melden bij de Inspectie
  9.  We hebben een meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling
  10. We hebben een klachtenregeling en/of cliëntenmedezeggenschap

 

Download hier het document met toelichting op de checklist.
Aan het eind staat een stroomschema dat bij de verschillende vormen van grensoverschrijdend gedrag duidelijk maakt welke stappen nodig zijn en welke wetten daarbij gelden.

Ter ondersteuning van het sociaal veiligheidsbeleid biedt de Stichting M.C. van Beek instellingen (voor maximaal twee deelnemers per instelling) een volledige vergoeding aan van de kosten voor deelname aan de Training In Veilige Handen (IVH). Deze training wordt gegeven door de Vereniging Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk (NOV). De training bestaat uit twee dagdelen.

Training-in-Veilige-Handen

Instellingen die vooral met vrijwilligers werken kunnen ook advies op maat krijgen en/of de hulp van een vertrouwenspersoon inroepen. Hiervoor kunnen ze een beroep doen op de SESAM Academie (Senioren voor de Samenleving). Hun experts zetten zich op vrijwillige basis in voor vrijwilligersorganisaties. Instellingen kunnen bij Stichting M.C. van Beek een aanvraag voor een vergoeding  indienen voor maximaal 4 dagdelen.

Stichting M.C. van Beek ziet stimulering van sociale veiligheid als een maatschappelijke verantwoordelijkheid van fondsen. We ervaren dat fondsen een stimulerende functie kunnen vervullen en hiermee hun donaties extra waarde mee kunnen geven. We zetten ons in om dit te verbreden naar andere fondsen onder de koepel van de FIN, de branchevereniging van fondsen en foundations. We trekken hierin samen op met Porticus (een wereldwijd opererend familiefonds).

Podcast

We hebben een podcast gemaakt. Deze gaat over de rol van het fonds van de Stichting M.C. van Beek ten aanzien van de sociale veiligheid.

BELUISTER DE PODCAST

Veiligheidsbeleid

Veiligheidsbeleid bestaat idealiter uit drie delen:

  1. Zo gaan we hier met elkaar om; Bejegeningsbeleid.
  2. Risico’s zoveel mogelijk beperken; Preventiebeleid.
  3. Wat te doen als het onverhoopt misgaat; Reactiebeleid.

 

Hieronder staat het document (als PDF te downloaden) en worden de onderdelen van het veiligheidsbeleid nader toegelicht. Op de pagina ‘Aanvragen’ staan de onderdelen van het veiligheidsbeleid in een checklist.

Download uitgebreide toelichting

Formuleer een visie rond gewenst gedrag en leg een gedragscode en omgangsregels vast

In het bejegeningsbeleid formuleert de organisatie zijn mens- en zorgvisie en de gewenste omgang. Klik hier voor een voorbeeld van een visie op veiligheid. Onderdeel hiervan is ook de omgang met relaties en seksualiteit.

Een gedragscode biedt duidelijkheid over gewenst en ongewenst gedrag in de relatie medewerker-bewoner. De code wordt bij alle arbeids-, stage- en vrijwilligersovereenkomsten gevoegd. Het is van groot belang dat de code gaat leven in de organisatie en dat hij bij iedereen bekend is. Voor een voorbeeld van een gedragscode zie de Toolkit werken aan sociale veiligheid, bijlage 2.

Omgangsregels
zijn er voor iedereen; bewoners, medewerkers, maar ook bijv. voor gasten van uw bewoners.
Voorbeeld omgangsregels zie de Toolkit werken aan sociale veiligheid, bijlage 1. U kunt de omgangsregels samen met cliënten/bewoners formuleren. Zie hiervoor het document:  ‘Tips: maken en implementeren omgangsregels’.  Zorg dat het onderwerp bespreekbaar is en zet bejegening, gedragscode en omgangsregels regelmatig op de agenda. Neem het bijvoorbeeld ook op in medewerkers- en cliënttevredenheidsonderzoek.
Ter illustratie zie onderstaande documenten:

 

Faciliteer deskundigheidsbevordering

Professionals moeten kennis hebben van signalen en handvatten hebben om gedrag adequaat te beoordelen, bespreekbaar te maken en om gepast te reageren.
Deskundigheidsbevordering is dus nodig op alle onderdelen van het veiligheidsbeleid: bejegenings-, preventie- en reactiebeleid. Het begint met bewustzijn van (on)veiligheid, een ‘niet pluis’ gevoel serieus nemen. Training kan daarbij helpen; kennis van signalen, leren gedrag bespreekbaar te maken en weten welk stappen gezet moeten worden.

Stichting M.C. van Beek en Porticus bieden daarom per instelling (voor maximaal twee medewerkers per organisatie) vergoeding van de kosten aan bij deelname aan de training ‘In Veilige Handen‘. In deze training komen alle onderwerpen van de checklist aan bod. Dit is een basistraining, waardoor verdieping op specifieke onderwerpen nodig kan zijn. Bijvoorbeeld over methodisch handelen bij seksueel grensoverschrijdend gedrag (vlaggensysteem.nl).

Inter- en supervisie dragen bij aan een open sfeer die de veiligheid in een instelling ten goede komt. Het is wenselijk dat medewerkers die mogelijkheid krijgen, zodat ze sterk aan het werk kunnen blijven. Besteed aandacht aan het leren omgaan met agressie. Zorg voor goede nazorg na incidenten.

Preventiebeleid is gericht op het opsporen en beïnvloeden van factoren die het risico van grensoverschrijding vergroten en al in het aanstellingsbeleid rekening te houden met de veiligheid.

Neem het juiste personeel aan

  • Vergewisplicht
    Het is zeer wenselijk (en in sommige gevallen verplicht) om onderzoek te doen naar het arbeidsverleden van nieuwe professionele krachten, waaronder uitzendkrachten (bijv. door de beroepsregisters te raadplegen en een VOG op te vragen). U mag uiteraard ook de geschiktheid van vrijwilligers en mantelzorgers onderzoeken, maar dit is niet wettelijk verplicht. Zie Vergewisplicht (via Rijksoverheid.nl).
  • Verklaring Omtrent Gedrag (VOG)
    Vraag nieuw personeel naar een VOG. Dit is een verklaring die aangeeft dat het gedrag van de nieuwe medewerker in het verleden geen bezwaar vormt voor de functie die hij gaat vervullen. Zie Aanvragen VOG.
    Werkt u met vrijwilligers? Indien uw organisatie aan de gestelde eisen voldoet, kunnen zij een gratis VOG aanvragen. Zie gratisvog.nl.

Bescherm medewerkers tegen agressie en geweld

Werkgevers zijn verplicht om hun personeel te beschermen tegen psychosociale arbeidsbelasting, waaronder agressie, seksuele intimidatie en discriminatie door zowel eigen personeel als door bewoners en bezoekers.
U kunt maatregelen treffen om dit te voorkomen. Het begint weer met de omgangsregels en deskundigheid.

Breng risico- en beschermende factoren in kaart

  • Risicofactoren zijn gedrag, omstandigheden of kenmerken die de kans op grensoverschrijding vergroten. Onveiligheid kan voorkomen tussen bewoners onderling, in de zorgrelatie, bij familie en bekenden, in de dienstverlening, en door derden, (on-)bekende anderen. Goed om u er bewust van te zijn dat er ook buiten de eigen instelling oog voor veiligheid dient te zijn. Veel onveiligheid speelt zich af tussen bewoners onderling, maar ook buitenshuis (sportclub, taxivervoer) zijn er risico’s die in kaart moeten worden gebracht. En in huiselijke kring zijn er risico’s op kindermishandeling en huiselijk geweld. Voor meer informatie omtrent risicofactoren in instellingen zie; Toolkit werken aan sociale veiligheid, bijlage 3 (Movisie) en Beschermende en risicofactoren bij kindermishandeling (NJi).
  • Beschermende factoren kunnen grensoverschrijding voorkomen.

Vertrouwenspersoon/Vertrouwenscontactpersoon

De drempel om klachten of vermoedens van grensoverschrijdend gedrag aan te kaarten kan hoog zijn. Een vertrouwenspersoon biedt een laagdrempelige en onafhankelijke mogelijkheid om dilemma’s en vermoedens over grensoverschrijding en seksueel misbruik op een veilige manier te bespreken. Een vertrouwenspersoon kan iemand binnen de instelling zijn, maar het kan ook een externe persoon zijn. Een interne vertrouwenscontactpersoon is een alternatief. Deze is dan het eerste aanspreekpunt bij grensoverschrijdend gedrag en kan zo nodig doorverwijzen naar een vertrouwenspersoon buiten de instelling (zie hieronder). De Jeugdwet verplicht om gebruik te maken van vertrouwenspersonen van het AKJ.

  • Voor bewoners en ouders /vertegenwoordigers:
  • Voor medewerkers:
      • U kunt een vertrouwenspersoon aanstellen waarbij medewerkers terecht kunnen met vragen, dilemma’s of vermoedens van grensoverschrijdend gedrag naar bewoners; Van Incident tot Fundament, bijlage 4.
      • Ook kunt u een vertrouwenspersoon aanstellen waarmee medewerkers incidenten met grensoverschrijdend gedrag door bewoners of collega’s naar henzelf kunnen bespreken. Zie ook het Arboportaal.

Weet wat te doen als het mis gaat

Ondanks alle zorg en oplettendheid kan er toch sprake zijn van een vermoeden van grensoverschrijdend gedrag. Dan dient er een inschatting gemaakt te worden van de situatie. Is dit een bejegeningsklacht of lijkt er inderdaad sprake te zijn van ernstig grensoverschrijdend gedrag? Dan is het belangrijk te weten hoe de vervolgstappen eruitzien. Hier vindt u het schema; Vermoeden klacht grensoverschrijdend gedrag.
Bij sterke vermoedens van ernstige grensoverschrijding staan hierin de wettelijke stappen op een rij. Het valt of staat met een cultuur in de organisatie waarin gesproken kan worden over twijfels, vermoedens en fouten en waar wordt geleerd van fouten.

  • Veilig incidenten melden binnen de organisatie
    Het moet duidelijk zijn hoe medewerkers intern veilig incidenten en calamiteiten kunnen melden. Doel is dat deze worden besproken om ervan te leren en zo de zorg of werksituatie te verbeteren.

  • Calamiteiten melden bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ)
    U bent verplicht sommige incidenten te melden bij de Inspectie, zoals geweld richting een cliënt door een zorgverlener, of een ander die in uw opdracht werkt, of geweld tussen cliënten onderling. Daarnaast bent u verplicht om calamiteiten te melden bij IGJ. Een calamiteit is een onverwachte gebeurtenis die betrekking heeft op de kwaliteit van de zorg en die tot een ernstig schadelijk gevolg voor of de dood van een cliënt heeft geleid.

  • Calamiteiten melden in de Wmo
    Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het toezicht op de uitvoering van de Wmo. Hoe de gemeente het Wmo-toezicht invult laat de wetgever vrij, maar de gemeente is voor het calamiteitentoezicht verplicht om een Wmo-toezichthouder aan te wijzen. Veel gemeenten hebben de GGD aangesteld als toezichthouder.
    Aanbieders van maatschappelijke ondersteuning in Nederland zijn verplicht calamiteiten of geweld te melden bij de toezichthoudend ambtenaar van de gemeente. Hoe dit precies geregeld is, kan per gemeente verschillen. Valt uw instelling onder de Wmo? Ga in de betreffende gemeente na hoe het toezicht is geregeld en wat hun calamiteitenprotocol inhoudt.
    • Aangifte doen
      In alle typen instellingen waar incidenten plaatsvinden geldt zo nodig het strafrecht (voor zowel bewoners als voor medewerkers). U kunt aangifte doen bij de politie of een melding laten maken. Ook is het mogelijk een informatief gesprek met de politie te voeren, zelfs anoniem. Lees hier wat de politie kan doen in geval van seksueel misbruik.
    • Registratie in het Waarschuwingsregister Zorg en Welzijn.
      In het Waarschuwingsregister Zorg & Welzijn kunnen, volgens een door de Autoriteit Persoonsgegevens goedgekeurd protocol, personen worden geregistreerd die over de schreef zijn gegaan richting cliënten.

Maak gebruik van een meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

U bent verplicht een meldcode te hebben waaruit duidelijk wordt hoe met signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling wordt omgegaan. Met huiselijk geweld wordt gedoeld op de relatie, niet op de locatie. Het gaat dus om geweld door familieleden van bewoners en geweld tussen bewoners als zij een partnerrelatie met elkaar hebben. Ook mensenhandel (waaronder loverboyproblematiek) is inmiddels expliciet opgenomen in de meldcode. Vermoedens meldt u bij Veilig Thuis, daar kunt u ook terecht voor advies.
Voor meer informatie zie Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling.

Opmerking: bij huiselijk geweld is het de verantwoordelijkheid van de instelling om te signaleren en zo nodig te melden bij Veilig Thuis. Bij grensoverschrijding door een medewerker dient de instelling tevens zelf op te treden jegens de medewerker, naast melding bij de Inspectie. Zie verder het stroomschema.

Zorg voor een klachtencommissie en medezeggenschap

Geef de bewoner een stem en een mogelijkheid klachten te uiten. Informeer bewoners over waar of bij wie zij met eventuele klachten terechtkunnen en op welke wijze deze worden behandeld.

  • Klachtenregeling: Elke zorgaanbieder moet een klachtenregeling hebben voor een laagdrempelige opvang en afhandeling van klachten.
  • Clientmedezeggenschap: Cliënten of patiënten moeten als groep invloed/inspraak hebben op de dagelijkse leef-, woon- en werkomgeving.
  • Toetsingskader voor jeugdhulpaanbieders: De Inspectie toetst o.a. specifiek of de instelling voor jeugdigen een onafhankelijke vertrouwenspersoon, klachtencommissie en medezeggenschap heeft geregeld voor jeugdigen en hun ouders.

 

Tot slot

Stichting M.C. van Beek werkt samen met andere fondsen aan sociale veiligheid. Porticus (een wereldwijd opererend familiefonds) en de Stichting M.C. van Beek zien dit als een maatschappelijke verantwoordelijkheid van fondsen en werken samen op het terrein van agendering en stimulering van sociale veiligheid bij haar doelgroepen. We ervaren dat fondsen een stimulerende functie kunnen vervullen en hiermee hun donaties extra waarde mee kunnen geven en zetten ons in om dit te verbreden naar andere fondsen onder de koepel van de FIN, de branchevereniging van fondsen en foundations.